langsbrengen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • langs·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

langsbrengen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
langsbrengen
bracht langs
langsgebracht
zwak -cht volledig
  1. goederen op een bepaalde plaats brengen
     Op onze stoep tref ik Ronald Sales, die het portret komt langsbrengen dat hij een paar jaar geleden van mij gemaakt heeft.[1]
     Dennis B., een van de beheerders van het Telegram-kanaal 'Exposekanaal', is veroordeeld voor het plaatsen van twee dreigberichten. Daarin riep hij op tot het langsbrengen en het gooien van een baksteen. In de berichten stonden ook de privéadressen van Van Dissel en de burgemeester, schrijft RTV Oost.[2]
Synoniemen


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2022 Weblink bron “Celstraf voor man uit Enschede die Jaap van Dissel bedreigde” (05-07-2021), NOS