landscheiding

Uit WikiWoordenboek
Landscheidingsdijk bij Hamburg Finkerwerder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·schei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landscheiding landscheidingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de landscheidingv

  1. (waterbeheer) waterkerende dijk of kade, opgeworpen op de grens van gebieden omdat het waterpeil niet aan beide zijden hetzelfde was
    • Kaart van de landscheiding tussen Delfland en Rijnland van de Bezuidenhoutsche weg tot Zoetermeer [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen