kwaadschiks
Uiterlijk
- Geluid: kwaadschiks (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkwatsxɪks / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkʋatsχɪks/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkβ̞atsxɪks/
- (Limburg): /ˈkwatsxɪks/
- kwaad·schiks
- In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: tegen wil en dank’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
- samenstelling van kwaad en schik ww met het achtervoegsel -s
kwaadschiks
- op een niet-constructieve, niet-coöperatieve manier
- Wij hebben het conflict kwaadschiks op moeten lossen.
1. op een niet-constructieve, niet-coöperatieve manier
- Het woord kwaadschiks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwaadschiks" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "kwaadschiks" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -s in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %