kroonvogeltje

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Kroonvogeltje (Ptilodon capucina)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • kroon·vo·gel·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het kroonvogeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kroonvogel
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord kroonvogeltje kroonvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

het kroonvogeltjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Ptilodon capucina op Wikispecies een vlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae), die verspreid over Europa voorkomt. Hij heeft een voorvleugellengte van 17 tot 22 mm. De vlinder overwintert als pop onder de grond
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie