koopt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koopt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkopen |
koopt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkopen
- Jij koopt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkopen
- Hij koopt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkopen
- Koopt af!
Gangbaarheid
- Het woord koopt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.