komedie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·me·die
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘blijspel’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
  • Afkomstig van het Griekse woord κωμῳδία (kōmōidía).
enkelvoud meervoud
naamwoord komedie komedies
verkleinwoord komedietje komedietjes

Zelfstandig naamwoord

de komediev

  1. (toneel) toneelstuk met een komische plot
    • William Shakespeare schreef ook enkele komedies. 
  2. (figuurlijk), (pejoratief) aanstellerij
    • Zijn schoonmoeder was de beste in komedie spelen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen