koeten
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- koe·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koeten | |
verkleinwoord |
de koeten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord koet
- meervoudsvorm als officiële benaming (kraanvogelachtigen) Fulica een geslacht van vogels uit de familie van de rallen, koeten en waterhoentjes (Rallidae ). De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door Linnaeus
- [2] Amerikaanse meerkoet, hawaiimeerkoet, hoornkoet, knobbelmeerkoet, maskarenenkoet, meerkoet, punakoet, reuzenkoet, roodbandkoet, roodschildkoet, witvleugelkoet
- fuutkoeten, hoenderkoeten
- Australische purperkoet, brilzeekoet, duifzeekoet, Filipijnse purperkoet, fuutkoet, grijskoppurperkoet, hoenderkoet, kleine fuutkoet, kortbekzeekoet, kuifhoenderkoet, lord-howepurperkoet, maskerfuutkoet, oosterse purperkoet, purperkoet, smaragdpurperkoet, witwanghoenderkoet, zeekoet, zwarte zeekoet
- Het woord koeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Kraanvogelachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal