kraanvogelachtigen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kraan·vo·gel·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
- kraanvogelachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kraanvogelachtigen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kraanvogelachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kraanvogelachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Gruiformes van vogels, waarschijnlijk geen natuurlijke groep. De orde wordt in het Nederlands ook wel "kraanvogels, rallen en verwanten" genoemd. Er zijn veel fossielen van deze orde gevonden met een aantal uitgestorven families. De oudste fossielen stammen uit het vroegeoceen
Hyperoniemen
- [2] vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen
- [2] zie de categorie: Kraanvogelachtigen in het Nederlands
- [2] fuutkoeten, koerlans, kraanvogels, rallen, trompetvogels
Gangbaarheid
- Het woord 'kraanvogelachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Kraanvogelachtigen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal