knobbelzwijnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Twee knobbelzwijnen lessen hun dorst.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • knob·bel·zwij·nen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knobbelzwijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de knobbelzwijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord knobbelzwijn
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) een geslacht Phacochoerus op Wikispecies van zoogdieren uit de familie van de Suidae op Wikispecies (varkens)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie