knipbeurt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knip·beurt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knip ww en beurt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knipbeurt | knipbeurten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de keer dat je naar de kapper gaat
- Het is weer eens tijd dat onze poedel een knipbeurt krijgt, want zo kan hij de wedstrijd nooit winnen.
- Zo, alle zichtbare onderdelen van zijn outfit zijn behandeld. De lichte lunch genuttigd (hij: een tartaartje van zeebaars met een glaasje kraanwater). Tijd om op te stappen. Leesbril af en in de brillenkoker. Jas losjes over de schouders. Op naar de volgende afspraak. Zijn zeswekelijkse knipbeurt bij de kapper. [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord knipbeurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knipbeurt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Rinskje Koelewijn 24 november 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be