knarpen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  knarpen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• knar·pen

Woordherkomst en -opbouw

• van knappen of knerpen

Werkwoord

knarpen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
knarpen	knarpte	geknarpt
zwak -t	volledig

1. ontvreemden, stelen, kapen
2. krassend geluid maken

Synoniemen

• [2] snerpen, knarsen

Gangbaarheid

• Het woord knarpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knarpen" herkend door:

18 %	van de Nederlanders;
26 %	van de Vlamingen.