klimlelie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klimlelie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• klim·le·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  klim  en  lelie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klimlelie	klimlelies klimleliën
verkleinwoord	klimlelietje	klimlelietjes

Zelfstandig naamwoord

de klimlelie v / m

1. (bloemplanten) Gloriosa superba  een klimplant uit de herfsttijloosfamilie (Colchicaceae ). Het is een plant met tot 6 m lange kruidachtige stengels die ontstaan vanuit een knolvormige wortelstok. De wortelstok bevat colchicine. De bladeren zijn merendeels afwisselend geplaatst, deels echter tegenoverstaand of in kransen van drie stuks

Hyperoniemen

• herfsttijloosfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'klimlelie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] klimlelie op Wikidata