kleinvinkathaai
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- klein·vin·kat·haai
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinvinkathaai | kleinvinkathaaien |
verkleinwoord | kleinvinkathaaitje | kleinvinkathaaitjes |
Zelfstandig naamwoord
de kleinvinkathaai m
- (kraakbeenvissen) Apristurus parvipinnis een vis uit de familie van Pentanchidae , orde roofhaaien (Carcharhiniformes ), die voorkomt in het westen en het zuidwesten van de Atlantische Oceaan. De kleinvinkathaai kan een lengte bereiken van 48 centimeter. Het lichaam van de vis heeft een langgerekte vorm. De vis heeft twee rugvinnen
Hyperoniemen
- grondhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'kleinvinkathaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.