kleinburger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kleinburger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klein·bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
- van het Duits samenstelling van klein en burger [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinburger | kleinburgers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kleinburger m
- (politiek) dat gedeelte van de bevolking van een stad die behoort tot de sociale laag tussen de arbeidersklasse en de "grote" burgerij
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kleinburger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.