kengetal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ken·ge·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kengetal kengetallen
verkleinwoord kengetalletje kengetalletjes

Zelfstandig naamwoord

het kengetalo

  1. (telecommunicatie) een netnummer bij telefonie.
  2. een indicator voor een belangrijke eigenschap, bijvoorbeeld een financieel kengetal
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be