kastanjebuikboomklever
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kas·tan·je·buik·boom·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van kastanje zn, buik zn en boomklever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kastanjebuikboomklever | kastanjebuikboomklevers |
verkleinwoord | kastanjebuikboomklevertje | kastanjebuikboomklevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kastanjebuikboomklever m
- (zangvogels) Sitta nagaensis een zangvogel uit het geslacht sitta. Deze soort komt voor van Tibet tot zuidelijk Centraal-Vietnam en telt 3 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kastanjebuikboomklever' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.