kaartenhuis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: kaartenhuis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kaar·ten·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kaart en huis met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaartenhuis | kaartenhuizen |
verkleinwoord | kaartenhuisje | kaartenhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
- een constructie van tegen elkaar gezette speelkaarten.
- (figuurlijk) een constructie de makkelijk in elkaar stort, een niet stevig constructie
- De grootse plannen van de regering bleken een kaartenhuis te zijn.
- Het leven is een kaartenhuis, en bij hem is een van de onderste kaarten eruit getrokken. Zo omschrijft Van Dijk de situatie waar hij in is beland. „En ja, dan stort alles in elkaar.” [3]
Synoniemen
- [2] luchtkasteel
Gangbaarheid
- Het woord kaartenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kaartenhuis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kaartenhuis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Kim BosFloor Rusman 21 oktober 2016
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %