jaarlijks
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaarlijks (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈjar.ləks/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈjar.ləks/
- (Limburg): /ˈjar.lɪks/
Woordafbreking
- jaar·lijks
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | jaarlijks |
verbogen | jaarlijkse |
partitief | jaarlijks |
Bijvoeglijk naamwoord
jaarlijks
- eenmaal per jaar
- Op hun jaarlijkse familiereünie was het meestal bijzonder gezellig.
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. eenmaal per jaar
Bijwoord
jaarlijks
- eenmaal per jaar, per jaar
- Zij hadden jaarlijks een familiereünie.
- ▸ Hij had jaarlijks niet meer dan 800 euro aan vaste lasten en rommelde wat aan in de bouw.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord jaarlijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jaarlijks" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ jaarlijks op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -lijks in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %