17-jaarlijks

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 17-jaar·lijks
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen 17-jaarlijks
verbogen 17-jaarlijkse

Bijvoeglijk naamwoord

17-jaarlijks

  1. eens in de zeventien jaar plaatsvindend
    • De 17-jaarlijkse evaluatie vindt aan het begin van het jaar plaats. 
Schrijfwijzen
Verwante begrippen

Gangbaarheid