isotagme
Uiterlijk
- iso·tag·me
- afgeleid van het Griekse 'tagma' (het rangschikken) met het voorvoegsel iso- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isotagme | isotagmen |
verkleinwoord |
de isotagme m
- (taalkunde) grenslijn van syntactische verschijnselen
- Het woord 'isotagme' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.