isofoon
Uiterlijk
- iso·foon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isofoon | isofonen |
verkleinwoord | isofoontje | isofoontjes |
isofoon
- lijn van constante luidheid
- (taalkunde) lijn waardoor op een dialectkaart gebieden met gelijke klank in bepaalde woorden begrensd worden
- Het woord 'isofoon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.