Naar inhoud springen

isobaar

Uit WikiWoordenboek
Een weerkaart met isobaren.
  • iso·baar
  • In de betekenis van ‘lijn die plaatsen met gelijke luchtdruk verbindt’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'baros' (zwaarte) met het voorvoegsel iso- [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen isobaar isobaarder isobaarst
verbogen isobare isobaardere isobaarste
partitief isobaars isobaarders -

isobaar

  1. (thermodynamica) bij constant houden van de druk
    • Het kookpunt van een vloeistof is slechts onder isobare omstandigheden een constante temperatuur. 
enkelvoud meervoud
naamwoord isobaar isobaren
verkleinwoord isobaartje isobaartjes

isobaar m

  1. (thermodynamica) een verzameling punten onder constant houden van de druk gemeten
    • De weerman tekende vroeger de isobaren met lippenstift op de kaart om er het weer mee te voorspellen. 
63 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]