interdict

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  interdict    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·ter·dict

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Latijnse dīcere ‘spreken, zeggen’ met het voorvoegsel inter-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	interdict	interdicten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het interdict o

1. (juridisch) gerechtelijk verbod
2. (religie) kerkelijke straf die bepaalde rechten ontneemt zonder de gelovigen van de kerkgemeenschap uit te sluiten

Verwante begrippen

• excommunicatie

Vertalingen

    1.   

Spaans: interdicto (es) m, prohibición (es) v

Gangbaarheid

• Het woord interdict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "interdict" herkend door:

65 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.