interdependentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·de·pen·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord interdependentie interdependenties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de interdependentiev

  1. onderlinge afhankelijkheid
    • De reactie van de natiestaten op die mondiale interdependentie is bovendien vooral een politiek van nationale terugtrekking, hier en daar met extreme trekken, blijvende armoede en ongelijkheid, en meer nationale hekken en muren. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen