inklimmer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·klim·mer
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling inklimmen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inklimmer | inklimmers |
verkleinwoord | inklimmertje | inklimmertjes |
Zelfstandig naamwoord
de inklimmer m
- verstekeling in een vrachtwagen
- ▸ Ze klimmen in vrachtwagens die naar het Verenigd Koninkrijk gaan om zichzelf binnen te laten smokkelen. Ze denken dat er in Engeland veel werk is. Ook is daar een grote Albanese gemeenschap. Vorig jaar werden in Nederland ruim 700 inklimmers gesnapt; velen haalden Engeland waarschijnlijk wel.[1]
- ▸ Brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) heeft geen meldingen gekregen van andere bedrijven die de oversteek willen staken. Volgens de brancheorganisatie zijn de 'inklimmers' agressief, maar niet agressiever dan de voorgaande jaren. "Zij deinzen er niet voor terug een chauffeur fysiek aan te pakken, als zij daarmee hun doel kunnen bereiken", zegt een woordvoerder van TLN.[2]
- inbreker
Synoniemen
- [1] mensensmokkel
Gangbaarheid
- Het woord inklimmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hoe word je een 'inklimmer'? Musli, Marin en Fatmir laten het zien” (Zondag 17 februari 2019, 07:00), NOS
- ↑ Weblink bron “Transportbedrijf staakt ritten Engeland om verstekelingen” (Maandag 25 september 2017, 09:22), NOS