initieel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ini·ti·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen initieel initiëler initieelst
verbogen initiële initiëlere initieelste
partitief initieels initiëlers -

Bijvoeglijk naamwoord

initieel

  1. aanvankelijk geldend
  2. het begin betreffend
    • Of een niet-lineaire verfijning inderdaad de best mogelijke parameterwaarden oplevert hangt sterk af van de initiële waarden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen