ijsdag

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ijsdag    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɛizdɑx / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ijs·dag

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ijs zn  en  dag zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ijsdag	ijsdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ijsdag m

1. periode van 24 uur dat de temperatuur niet boven het vriespunt uitkomt

   • In grote delen van Nederland kwam het kwik zaterdag niet boven nul graden uit, waarmee het volgens Weeronline de eerste officiële regionale ijsdag was. In het midden, zuiden en oosten lag de maximumtemperatuur op grote schaal onder het vriespunt. Wanneer het 24 uur lang vriest, is sprake van een ijsdag. In De Bilt kwam de temperatuur wel boven de nul graden, waardoor het geen landelijke ijsdag was.  
   • Ook vrijdag zal waarschijnlijk nog een ijsdag zijn, waarbij de temperatuur niet boven het vriespunt uitkomt. "Daarna zet de dooi in", zegt Klaassen. "Er komt geleidelijk minder wind en heel misschien kan er vrijdagavond in het zuiden een beetje winterse neerslag vallen." Zondag is de schaatspret definitief voorbij. "Dan gaat het echt snel dooien, want dan komt de temperatuur alweer uit rond de 8 of 9 graden."  

Vertalingen

    1.   

Engels: ice day (en)

Gangbaarheid

• Het woord ijsdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsdag" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
88 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.