identiteitsplaatje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

identiteitsplaatje
Uitspraak
Woordafbreking
  • iden·ti·teits·plaat·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord identiteitsplaatje identiteitsplaatjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het identiteitsplaatjeo

  1. een metalenplaatje waardoor men kan vaststellen wie iemand is of was
     Daarna liepen ze door een lange lege gang, door de ene beveiligde deur na de andere, die met een code en een identiteitsplaatje geopend moest worden.[2]
Hyperoniemen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496