hovenieren
- Geluid: hovenieren (hulp, bestand)
- ho·ve·nie·ren
hovenieren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hovenieren |
hovenierde |
gehovenierd |
zwak -d | volledig |
- ontwerpen, aanleggen en onderhouden van tuinen en parken
- Snoek vindt de nieuwe veiligheidsrichtlijn die gisteren is gepresenteerd nuttig. „Hoveniers denken soms iets te gemakkelijk dat ze een boompje omzagen er wel even bij kunnen doen. Boomverzorging is echter een heel andere tak van sport dan het hovenieren. Sommige hoveniers zien geen gevaar en hebben vanwege de kosten geen zin om een speciale boomverzorger in te schakelen.” [2]
1.
- Het woord hovenieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hovenieren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Bert Monster 15-10-2009 „Boomverzorging niet ongevaarlijk”
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %