hopeloos
Uiterlijk
- ho·pe·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hopeloos | hopelozer | hopeloost |
verbogen | hopeloze | hopelozere | hopelooste |
partitief | hopeloos | hopelozers | - |
hopeloos
- waaraan hoop op succes ontbreekt
- Dat bleek een hopeloze zaak te zijn.
- ▸ Het bleek al snel dat het een slecht idee was om te beginnen waar we op dat moment waren in het voorjaarssemester, dan was hij een hopeloos geval.[1]
- Het woord hopeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hopeloos" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044632767
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -loos in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %