hoort aan
Uiterlijk
- hoort aan
vervoeging van |
---|
aanhoren |
hoort (…) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhoren
- Jij hoort aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhoren
- Hij hoort aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanhoren
- Hoort aan!
- Het woord hoort aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.