hondenzweepworm

Nederlands

ei

Uitspraak

• Geluid:  hondenzweepworm    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• hon·den·zweep·worm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hond zn  en  zweepworm zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hondenzweepworm	hondenzweepwormen
verkleinwoord	hondenzweepwormpje	hondenzweepwormpjes

Zelfstandig naamwoord

de hondenzweepworm m

1. (wormen) Trichuris vulpis  een parasitaire rondworm. die bij honden kan voorkomen. De vrouwtjes zijn 65–70 mm en de mannetjes 48–56 mm lang. Het voorste gedeelte tot en met de slokdarm is smaller dan het achterste, dikkere gedeelte, waardoor ze op een zweep lijken. De vrouwtjes hebben een stomp eind en de mannetjes een gekruld eind. De citroenvormige, bruine eieren zijn 80×40 μm groot en hebben aan de polen verdikte dekseltjes. Ze leven van de uitscheidingen van het slijmvlies, waar ze met de voorkant in vastgeschroefd zitten

Hyperoniemen

• zweepwormen, rondwormen, dieren

Verwante begrippen

rondwormen (nematoden):

•  aaltje  
•  azijnaaltje  
•  bedrieglijk maiswortelknobbelaaltje  
•  bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje  
•  bladaaltje  
•  cysteaaltje  
•  draadworm  
•  gaapworm  
•  haarworm  
•  maïswortelknobbelaaltje  
•  maiswortelknobbelaaltje  
•  mijnworm  
•  rivieraaltje  
•  spoelworm  
•  wortelknobbelaaltje  +

Gangbaarheid

• Het woord 'hondenzweepworm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.