hollandofiel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hollandofiel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔlɑndoˈfil / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- hol·lan·do·fiel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Nederlandse Holland als pars pro toto voor heel Nederland met het achtervoegsel -fiel en met het invoegsel -o-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hollandofiel | hollandofielen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hollandofiel m
- liefhebber van al wat Nederlands is
- ▸ Kôkan was al jaren een verstokte ‘hollandofiel’. Van alles wat uit Nederland in Japan terecht kwam, bewonderde hij vooral de schilderkunst en wetenschap.[1]
Synoniemen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hollandofiel | hollandofieler | hollandofielst |
verbogen | hollandofiele | hollandofielere | hollandofielste |
partitief | hollandofiels | hollandofielers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hollandofiel
- voorliefde tonend voor al wat Nederlands is
- ▸ De eminente en „hollandofiele” Consul-Generaal – der Dominicaanse Republiek heeft nog onlangs, mede namens zijn collega’s, ter gelegenheid van de ingebruikneming van het vliegveld te Kralendijk op gevoelige wijze de betekenis van het Huis van Oranje voor de vriendschap tussen de Antillen, Nederland en Latijns-Amerika belicht.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'hollandofiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Selectie Musea : Japan” (11 mei 2000) op nrc.nl
- ↑
Weblink bron
I. C. DebrotFel brandt hier een „koninkrijkse” oranjezon (15 oktober 1955) in: , jrg 10, nr. 498, Stichting De Linie, Amsterdam, p. 3 kol. 4/5
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -fiel in het Nederlands
- Invoegsel -o- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal