Naar inhoud springen

hollandofiel

Uit WikiWoordenboek
  • hol·lan·do·fiel
enkelvoud meervoud
naamwoord hollandofiel hollandofielen
verkleinwoord - -

de hollandofielm

  1. liefhebber van al wat Nederlands is
     Kôkan was al jaren een verstokte ‘hollandofiel’. Van alles wat uit Nederland in Japan terecht kwam, bewonderde hij vooral de schilderkunst en wetenschap.[1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hollandofiel hollandofieler hollandofielst
verbogen hollandofiele hollandofielere hollandofielste
partitief hollandofiels hollandofielers -

hollandofiel

  1. voorliefde tonend voor al wat Nederlands is
     De eminente en „hollandofiele” Consul-Generaal – der Dominicaanse Republiek heeft nog onlangs, mede namens zijn collega’s, ter gelegenheid van de ingebruikneming van het vliegveld te Kralendijk op gevoelige wijze de betekenis van het Huis van Oranje voor de vriendschap tussen de Antillen, Nederland en Latijns-Amerika belicht.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 10 augustus 2021 Weblink bron “Selectie Musea : Japan” (11 mei 2000) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 augustus 2021 Weblink bron
    I. C. Debrot
    Fel brandt hier een „koninkrijkse” oranjezon (15 oktober 1955) in: De Linie op Wikipedia, jrg 10, nr. 498, Stichting De Linie, Amsterdam, p. 3 kol. 4/5