heruitzenden
Uiterlijk
- her·uit·zen·den
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| heruitzenden |
zond opnieuw uit (zond heruit) (bijzin) heruitzond |
heruitgezonden |
| klasse 3 | volledig | |
heruitzenden
- overgankelijk een televisieprogamma opnieuw uitzenden
- Zij besloten het programma heruit te zenden.
- Gescheiden vormen zoals "ik zond heruit" zijn schaars en worden dikwijls omschreven met opnieuw.
- Het woord heruitzenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel her- in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord met scheidbaarheidsconflict in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal