Naar inhoud springen

heldert op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hel·dert op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ophelderen

heldert (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophelderen
    • Jij heldert op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophelderen
    • Hij heldert op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ophelderen
    • Heldert op! 

Gangbaarheid