Naar inhoud springen

heksedoktor

Uit WikiWoordenboek
  • hek·se·dok·tor
  • Samenstelling van de Deense woorden heks en doktor met het invoegsel -e-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   heksedoktor     heksedoktoren     heksedoktorer     heksedoktorerne  
genitief   heksedoktors     heksedoktorens     heksedoktorers     heksedoktorernes  

heksedoktor g

  1. medicijnman, toverdokter
  2. soms (pejoratief) medicijnman, toverdokter