hakblok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hak·blok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hak ww en blok [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakblok | hakblokken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het hakblok o
- werkbank, bestaande uit een zwaar blok hout waarop men kan hakken
- de slager legde het karbonaadje op het hakblok en begon er flink op te meppen
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hakblok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hakblok" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be