haagbeuknerfhoekmijt
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- haag·beuk·nerf·hoek·mijt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van haagbeuknerf zn, hoek en mijt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haagbeuknerfhoekmijt | haagbeuknerfhoekmijten |
verkleinwoord | haagbeuknerfhoekmijtje | haagbeuknerfhoekmijtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (spinachtigen) Aceria tenella een mijt behorend tot de familie van der galmijten (Eriophyidae ). Hij leeft olifaag op Betulaceae en is bekend van de haagbeuk (Carpinus betulus), de oosterse haagbeuk (Carpinus orientalis) en de Europese hopbeuk (Ostrya carpinifolia)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'haagbeuknerfhoekmijt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.