grote boswachter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- gro·te bos·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van grote en boswachter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote boswachter | grote boswachters |
verkleinwoord | groot boswachtertje | grote boswachtertjes |
Zelfstandig naamwoord
de grote boswachter m
- (vlinders) Hipparchia fagi een vlinder uit de onderfamilie Satyrinae, de zandoogjes en erebia's. De vlinder heeft een spanwijdte van 66 tot 76 millimeter. De mannetjes vliegen hoog langs de boomkruinen en verdedigen hun territorium tegen soortgenoten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'grote boswachter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.