groepsleerkracht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·leer·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsleerkracht groepsleerkrachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepsleerkrachtv / m

  1. (onderwijs) docent die alle lessen geeft aan een groep in de basisschool
     Als een groepsleerkracht gezondheid als expertise heeft, kan er structureel wat veranderen. Van Ark: "Die zorgt er dan voor dat gemaakte afspraken uiteindelijk in een beleidsplan worden opgenomen."[1]
     Er zou geen extra geld nodig zijn voor de sportleraren. "Als een groepsleerkracht weggaat, zou je een paar van die uren aan een sportleraar kunnen geven."[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 januari 2023 Weblink bron “Nieuwe leraren moeten scholen gezond maken” (Maandag 4 april 2016, 08:26), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 januari 2023 Weblink bron “VVD: elke basisschool moet sportleraar krijgen” (Maandag 1 februari 2016, 09:09), NOS