gokker
Uiterlijk
- gok·ker
- Naamwoord van handeling van gokken met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gokker | gokkers |
verkleinwoord | gokkertje | gokkertjes |
de gokker m
- (spel) iemand die gokt (bijv. een kansspel speelt)
- mannelijke vorm van gokster
- Het woord gokker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gokker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be