gokken
Uiterlijk
- Geluid: gokken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɔkə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχɔkən/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣɔkən/
- gok·ken
- via Bargoens, vernederlandste (waarschijnlijk Amsterdamse) vorm van Jiddisch (zchokken) “spelen” van Hebreeuws צְחוֹק zn (tschok) "gelach"; in de betekenis van “spelen om geld” voor het eerst aangetroffen in de 17e eeuw (zie vindplaats hieronder) [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gokken |
gokte |
gegokt |
zwak -t | volledig |
gokken
- inergatief (Jiddisch-Hebreeuws) iets van waarde, veelal geld, inzetten op de mogelijke uitkomst van iets onzekers
- Hij gokt al jaren op de paardenracen.
- ▸ Er wordt zwaar gegokt op de wandelpier,
Riep een Kamergroepje met heel veel getier[3] - ▸ want wat kan 't baren, dat men veel appelen, om de waerdye van een stuyver weet te koopen, indien zy verrot zijn; immer zoo schadelijk is 't dat men Gokken om 't geld mind;[4]
|
- belspel, casino, dobbelen, kaartspel, krasspel, loterij, lotto, risico, roulette, sweepstake, weddenschap
De Jiddisch-Hebreeuwse vorm zchokken is ook in het standaard Duits geleend as zocken. [5] Hierbij is de medeklinkercluster zch- /tsx-/ vereenvoudigd als z- /ts-/.
1. iets van waarde, veelal geld, inzetten op de mogelijke uitkomst van iets onzekers
de gokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gok
- Het woord gokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gokken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ gokken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Weblink bron Joco.Het Gok-spel op de Wandelpier in: De ware Jacob , jrg. 1 nr. 32 (10 mei 1902), Nederlandsche Kiosken- Maatschappij en NV Boek- en Kunstdrukkerij voorheen Henkes en Co., Rotterdam, p. 8 kol. 1 op Delpher.nl
- ↑ Weblink bron Jan Harmensz. KrulHoe grooter hoop,, hoe quader koop. in: Pampiere wereld (1681 (2de druk)), Weduwe van Jan Jacobsz. Schipper, Amsterdam, p. 311 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron „zocken“ in: Wolfgang Pfeifer et al.Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %