gireren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gi·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘overmaken (van geld)’ voor het eerst aangetroffen in 1676 [1]
- afgeleid van giro met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gireren |
gireerde |
gegireerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gireren
- overgankelijk geld overmaken door het uitschrijven van een giro
- Ik heb het al gegireerd.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. geld overmaken door het uitschrijven van een giro
Gangbaarheid
- Het woord gireren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gireren" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "gireren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gireren op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 68 %
- Prevalentie Vlaanderen 38 %