gezondheidswetenschapper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·we·ten·schap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidswetenschapper gezondheidswetenschappers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidswetenschapperm

  1. (medisch) (beroep) persoon die onderzoek doet naar factoren die de gezondheid bevorderen en de kans op het krijgen van ziekten verkleinen
     Het landelijk systeem om kinderen die het risico lopen mishandeld te worden vroegtijdig op te sporen, werkt niet. Dat komt onder meer doordat de criteria te ruim zijn.Tot die conclusie komt gezondheidswetenschapper Inge Lecluijze in haar promotieonderzoek. Ze vindt dat het systeem ter discussie moet worden gesteld.[1]
     Professor Martijn Katan, gezondheidswetenschapper aan de VU in Amsterdam, vraagt zich af of het helpt. "Ik kon er niks over vinden, dus ik heb contact gezocht met Oxford. Ze zijn nog volop bezig om te bewijzen dat het echt werkt. Dat bewijs is er dus nog niet. De sportwereld is al gauw enthousiast over zulke dingen, maar vaak loopt het uit op een teleurstelling."[2]
     Gezondheidswetenschapper Joris van Loenhout onderzocht het langetermijneffect van de ziekte. Na twee jaar bleken patiënten nog klachten te hebben als ernstige vermoeidheid. Een op de vijf patiënten wordt één jaar na besmetting nog beperkt in zijn werk.[3]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “'Systeem opsporing risicokinderen werkt niet'” (Dinsdag 3 november 2015, 09:21), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Twijfel rond 'geheim' drankje Froome” (Donderdag 16 juli 2015, 15:37), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Een op drie Q-koortspatiënten blijft vermoeid” (Maandag 2 februari 2015, 12:25), NOS