gezichtskleur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zichts·kleur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezichtskleur gezichtskleuren
verkleinwoord gezichtskleurtje gezichtskleurtjes

Zelfstandig naamwoord

de gezichtskleurv

  1. de tint van de huid van iemands gelaat
     Piet en Sint zijn in de nieuwe versies duidelijk gelijkwaardig geworden, het woord ‘knecht’ is overal geschrapt en vervangen door ‘Piet’, die daarmee een flinke promotie heeft gekregen. Ook wordt niet langer vermelding gemaakt van de gezichtskleur van Sinterklaas’ compagnon.[1]
     Alle zwellingen waren verdwenen, maar de littekens van de hechtingen waren hier en daar nog duidelijk te zien en ze had een gezichtskleur die neigde naar groen en geel.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2022 Weblink bron
    Geschreven door:Gerben Vlasveld
    “Waarom de nieuwe Sinterklaasliedjes karaktermoord zijn” (12/09/2014), HP de Tijd
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691