gewone sigaar
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- ge·wo·ne si·gaar
- verbinding van gewone en sigaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewone sigaar | gewone sigaren |
verkleinwoord | gewoon sigaartje | gewone sigaartjes |
- (halfvleugeligen) Sigara striata een wants uit de familie van de Corixidae (Duikerwantsen). De soort werd het eerst wetenschappelijk beschreven door Carl Linnaeus in 1758
- Het woord 'gewone sigaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.