geste
Uiterlijk
- ges·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geste | gestes |
verkleinwoord |
- gebaar van goede wil
- De deur openhouden voor iemand is een beleefde geste.
geste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van ges
- Het woord geste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geste" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "geste" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ geste op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be