gergemmer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ger·gem·mer
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van de afkorting ger. gem. met het achtervoegsel -er, geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.M
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gergemmer | gergemmers |
verkleinwoord | gergemmertje | gergemmertjes |
Zelfstandig naamwoord
de gergemmer m
- (informeel) lid van de Gereformeerde Gemeenten, een kerkgenootschap dat gerekend wordt tot de bevindelijk gereformeerde of reformatorische stroming binnen het protestantisme
- ▸ Dat Schou[w]en-Duiveland op de eerste woensdag dankdag heeft, zou toe te schrijven zijn aan de evacuatie na de ramp, meent een jonge gergemmer uit Middelburg.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'gergemmer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron José BaarsOogsten blijft een wonder : Monnikenwerk in: Provinciale Zeeuwse Courant , jrg. 257 nr. 269 (14 november 2015), p. 49 (Zeeland 15) kol. 3
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal