gergemmer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ger·gem·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gergemmer gergemmers
verkleinwoord gergemmertje gergemmertjes

Zelfstandig naamwoord

de gergemmerm

  1. (informeel) lid van de Gereformeerde Gemeenten, een kerkgenootschap dat gerekend wordt tot de bevindelijk gereformeerde of reformatorische stroming binnen het protestantisme
     Dat Schou[w]en-Duiveland op de eerste woensdag dankdag heeft, zou toe te schrijven zijn aan de evacuatie na de ramp, meent een jonge gergemmer uit Middelburg.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2021 Weblink bron
    José Baars
    Oogsten blijft een wonder : Monnikenwerk in: Provinciale Zeeuwse Courant op Wikipedia, jrg. 257 nr. 269 (14 november 2015), p. 49 (Zeeland 15) kol. 3