reformatorisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·for·ma·to·risch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van reformatoir met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | reformatorisch | reformatorischer | |
verbogen | reformatorische | reformatorischere | |
partitief | reformatorisch | reformatorischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
reformatorisch [1]
- betrekking hebbend op of voorkomend uit de Reformatie
- hervormingsgezind
Hyponiemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord reformatorisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.