geneeskundige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·nees·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van geneeskundig met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geneeskundige | geneeskundigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) (beroep) arts, Een arts, dokter of geneesheer (Latijn: medicus) is een persoon die gerechtigd is de geneeskunde te beoefenen.
Hyponiemen
Bijvoeglijk naamwoord
geneeskundige
- verbogen vorm van de stellende trap van geneeskundig
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord geneeskundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal